Onderzoekers van Stanford University hebben onlangs aangetoond dat ze tot één miljoen zeer gedetailleerde microdeeltjes per dag kunnen produceren. Deze prestatie, gepubliceerd in Nature, vertegenwoordigt een belangrijke vooruitgang en biedt enorme potentieel voor diverse industrieën.
Het onderzoek richt zich op een efficiëntere verwerkingstechniek die eerdere uitdagingen in het opschalen van de fabricage van op maat gemaakte microdeeltjes overwint. Door de continue liquid interface production (CLIP) printtechniek, geïntroduceerd in 2015, te verfijnen, hebben de onderzoekers een methode ontwikkeld die precisie met snelheid combineert, waardoor de grenzen van wat haalbaar is qua fabricatie worden verlegd.
Het proces, bekend als roll-to-roll CLIP (r2rCLIP), werkt vergelijkbaar met een lopende band, waardoor geautomatiseerde massaproductie van uniek gevormde microscopische deeltjes mogelijk is. Deze innovatieve benadering verbetert niet alleen de productiesnelheden, maar opent ook mogelijkheden voor diverse toepassingen, variërend van micro-elektronica tot geneeskunde.
Een van de belangrijkste sterktes van r2rCLIP ligt in het vermogen om resolutie en snelheid te balanceren, wat voldoet aan de eisen van verschillende industrieën die hoogwaardige outputs op een snelle manier nodig hebben. Bovendien maakt de veelzijdigheid van deze techniek de fabricage van zowel harde als zachte microscopische deeltjes mogelijk, waardoor de potentiële toepassingen nog verder worden uitgebreid.
Vooruitkijkend zien de onderzoekers een wijdverspreide adoptie van r2rCLIP door zowel de academische wereld als de industrie. Met de eigenschap om ingewikkelde onderdelen efficiënt te produceren, markeert r2rCLIP een belangrijke mijlpaal in de evolutie van 3D printing.
Je kunt het volledige onderzoek, getiteld “Roll-to-roll, high-resolution 3D printing of shape-specific particles” via deze link lezen.